Saturday, 26 February 2011

Jan Muës, artistieke duizendpoot uit Scherpenheuvel

In Scherpenheuvel woont Jan Muës, een kunstschilder, jazzmuzikant en componist die al even knotsgek als geniaal is. “Ik ben ne zot.” Klinkt het uit Jans mond.

In het kleine dorpje Zichem woonden de ‘Muësekes’. Opgegroeid als tweede oudste zoon in een gezellig nestje van zeven leerde Jan al vlug trompet spelen. Op zesjarige leeftijd wist Jan al dat hij trompettist en schilder wilde worden.

Vliegtuigen, poppenkasten en piloten vormden zijn grote inspiratie. Muziekidolen als Louis Armstrong, Ella Fitzgerald of Duke Ellington passeerden de revue op Jans blaasinstrument. Hij was al op zijn negende jaar begeesterd door jazzmuziek en ging dan ook naar de muziekacademie.

“Mijn vader, die zelf een goeie trombonist was en ook tekende, heeft me altijd gestimuleerd om te tekenen en te schilderen.”, vertelt Jan, “Ik moest van mijn vader ook op het gehoor spelen. Dit feit heeft me veel voordeel opgeleverd als improvisator in mijn latere jazzcarrière.”

Jan Muës werd door zijn lyrische speelstijl opgemerkt tijdens jamsessions in Antwerpen en Brussel. Nu vormt Jan Muës een vaste waarde in de jazzwereld. Met zijn septet, The Muse Trap, werd hij laureaat in de Internationale Jazzcontest Jazz Hoeilaart.

De manager van Toots Thielemans hoorde Jan spelen en zette hem als solist in het orkest van François Glorieux, het BRT-bigband en -Jazzorkest in zijn laatste dagen. Daardoor mochten Jan en zijn Muse Trap optreden op grote festivals en gelegenheden zoals Jazz Middelheim, Suikerrock en zelfs het Milaanse Jazzfestival.

In 1997 ontving hij de vijfjaarlijkse SABAM award voor zijn oeuvre als componist-arrangeur. Het koperen beeldje prijkt samen met zijn andere spulletjes op zijn kast. “Bekendheid is ook een relatief begrip en ik ben er ook zo niet mee bezig. Wel ben ik bekend in de jazzwereld maar of dit zijn weerslag heeft op de brede laag van de bevolking, dat betwijfel ik.” zegt de artiest.

In 2006 deelde Jan het podium met mondharmonicalegende Toots Thielemans. Maar voor dat optreden voelde Thielemans zich slecht. “Wel hij speelde de pannen van het dak tijdens het uiteindelijke concert. Daar herleefde hij.” antwoordt Jan.

Over Toots Thielemans: “Toots is en heel grote muzikant en een bovendien een groot mens zonder enige pretentie. Een ketje uit de Marollen die zijn afkomst nooit is vergeten.” Daarop toont Jan de mondharmonica die hij van Thielemans kreeg na hun optreden samen. “Ik heb een paar keer met hem mogen optreden en dat was werkelijk magie hoor,”, klinkt het nog.

Ook in de beeldende kunst is Jan Muës een vaste waarde. Zijn schilderijen zijn absurd en ironisch, maar tegelijkertijd ook grappig en speels. “Natuurlijk ben ik een narcist, maar dan met de nadruk op nar!” zegt Jan al lachend, omdat hij het onderwerp van vele van zijn kunstwerken is.

Op een klein kamertje op de bovenverdieping toont Jan Muës zijn schilder- en muziekkamertje, ook wel het ‘rommelkot’ genaamd. “Ik heb gebrek aan een zakelijke en organisatorische neus.”klinkt het. “Je ziet dat ik verstrooid bent en dikwijls met mijn hoofd boven de wolken leef.” Zeker als Jan aan het componeren of schilderen is, heeft hij hier last van.

“Dat is voor mij een hels proces met weinig slaap en een heel onrustige geest. Mijn vrouw zet me nogal eens met mijn voeten terug op de grond en dat is goed, want een mens is in eerste plaats ook een sociaal iemand.” Bevestigt Jan.

Vervolgens begint hij vrolijk een zelf uitgevonden deuntje te spelen op de bügel. De inspiratie voor zijn excentrieke ideeën zijn niet ver te zoeken. “Had je de opdracht om ne zot te interviewen?,”vraagt hij, “Ik ben ne zot.”

Nog geen vijf minuten nadien verschijnt Jan in de woonkamer met een pilotenmuts en bijpassende bril in combinatie met zijn kamerjas. “Dat is nog van in mijne tijd toen dat ik nog parachute sprong in Diest.” Naast kunstenaar en muzikant worden was Jans jongensdroom namelijk om ooit nog piloot te worden. “Ik zeg nog steeds tegen mezelf:

"Later als ik groot ben, dan word ik piloot". Deze kinderdroom zal nooit meer uitkomen. Zoveel is zeker.” zegt hij, “Maar de droom is even belangrijk dan de verwezenlijking ervan. Als men de droom opgeeft is men alles kwijt. Daarom gebruik ik het vliegtuig vaak als onderwerp en alsook metafoor in mijn schilderijen.”

In de muziekwereld gaat het niet altijd van een leien dakje. “Mijn gevoel voor zelfrelativerende humor helpt me mentaal te overleven. Vergeet niet dat het artiestenmilieu een keiharde wereld is die maar al te vaak te veel geromantiseerd wordt.” legt Jan uit. “Ik heb heel veel discipline en wilskracht en ik ben een perfectionist.”antwoordt Jan op de vraag wat zijn positieve aspecten zijn.

Ook is het niet makkelijk voor de kunstenaar om te beslissen wat hij nu het leukste vindt: muziek spelen of schilderen? “Het blijft altijd een tweestrijd en ik moet toegeven dat ik het daar vaak moeilijk mee heb,” beaamt hij. Jan heeft het altijd heel moeilijk gehad met de keuze tussen schilderen en musiceren. Eerst en vooral moet hij elke dag trompet oefenen om fysiek in orde te blijven. “Trompet is fysiek ook het zwaarste blaasinstrument en een dag niet spelen is twee dagen afzien om terug op niveau te komen.”

Wanneer Jan inspiratie heeft om te schilderen dan is hij daar volop mee bezig. “En dan word ik daar zo door opgeslorpt dat ik minder zin heb om trompet te oefenen, ” vertelt hij “Ik moet me dan dwingen om mijn instrument te bespelen. Eens ik dan bezig ben dan wordt het terug plezant en dan heb ik weer minder zin om te schilderen”, voegt de jazzmuzikant er nog aan toe.

Ten slotte krijgt Jan Muës nog een hartig dankwoordje voor het interview. “Graag gedaan, Nel Gehaktbal!”, antwoordt Jan lachend. De sfeer is vrolijk en licht, op de achtergrond vallen zachtjes de laatste noten. Een gedempte stem zindert nog na. Today's the day the teddy bears have their picnic…

No comments:

Post a Comment